Hoe je als sociaal netwerk een deel van de oplossing kunt zijn

Als broer, zus, grootouder, nieuwe partner of vriend maak je je zorgen om ouder en kind. Bekijk op deze pagina wat je kan doen.

Hoe je als sociaal netwerk een deel van de oplossing kunt zijn

Als broer, zus, grootouder, nieuwe partner of vriend maak je je zorgen om ouder en kind. Bekijk op deze pagina wat je kan doen.

Neem contact op

Het sociale netwerk speelt een sleutelrol

Grote betrokkenheid

We zien dat mensen in het sociale netwerk een grote betrokkenheid hebben in een conflictscheiding en zelf ook lijden onder de ruzies en stress.

We vragen je te de-escaleren

Als netwerk kun je je houding en antwoorden zodanig aanpassen dat je wel meeleeft met kinderen / ouders, maar de situatie niet complexer maakt.

Jouw rol in de therapie

Als ouders meedoen aan Kinderen uit de Knel, dan help je door naar de netwerkavond te komen en te begrijpen wat jij kunt doen om het proces te ondersteunen.

Praktische informatie

Jouw rol in de therapie

Tussen de intake en de start van de ouder- en kindergroep organiseren vindt er een informatie-avond plaats voor ouders en de mensen om hen heen die belangrijk voor hen en vooral ook voor de kinderen zijn. Op deze avond zijn de kinderen zelf niet aanwezig. De avond is anoniem, zoals een informatieavond op school. Alleen de therapeuten stellen zich voor en geven informatie over het programma. Ouders en de mensen die ze hebben meegenomen gaan niet met elkaar in gesprek en er wordt niet aan de aanwezigen gevraagd om iets over zichzelf te vertellen of vragen te beantwoorden. De wederzijdse sociale netwerken hebben elkaar soms al jaren niet gezien. Daarom maken we het niet nodeloos spannend. Iedereen hoeft alleen maar te luisteren en mag vragen stellen.

Ieder ouder neemt minimaal 2 en maximaal 5 mensen mee. Nieuwe (huidige) partners zijn zeer welkom. Zij kunnen heel belangrijk zijn als steun voor de ouder, voor de kinderen en ook voor het volhouden en doorzetten van de therapie! Datzelfde geldt voor grootouders.

Naast de groepssessies krijgen ouders huiswerkopdrachten. Deze opdrachten staan gebundeld in een werkboek. Dit werkboek is bedoeld als ondersteuning voor ouders en hun sociale netwerk. Voor iedere bijeenkomst staan in het werkboek een aantal opdrachten. Ze dagen ouders uit om na te denken over zichzelf en om door de ogen van hun kind naar zichzelf en hun eigen situatie te kijken. En ook om dingen anders te gaan doen. Vaak wordt gevraagd om mensen uit het eigen netwerk in te schakelen. Ook zij kunnen bijdragen om de strijd te verminderen en de communicatie te verbeteren.

Het werkboek slaat een brug tussen de therapiesessies en het dagelijks leven, tussen ouders en hun sociale netwerk. Er komen kinderen en enkele bekende Nederlanders aan het woord die zelf zijn opgegroeid tussen strijdende ouders. Ze geven gedachten en suggesties mee.

Tips voor het sociale netwerk

Kinderen zeggen hier zelf over dat het belangrijk is om te vragen hoe het echt met ze gaat. Veelal zeggen kinderen automatisch dat het goed gaat. Het is belangrijk gebleken om te vragen hoe het echt met ze gaat. Je kan vragen of er dingen zijn die ze lastig vinden, of juist fijn vinden. En je kan vragen wat ze vinden van wij jij zelf doet of zegt.

Kinderen geven aan dat ze het belangrijk vinden dat er naar ze geluisterd wordt en dat volwassenen daarop afstemmen. Als een kind vertelt dat het iets moeilijk of verdrietig vindt dan helpt het hen meestal niet als volwassenen aangeven dat dat niet nodig is of dat het morgen vast beter zal zijn. Stil staan bij het gevoel van het kind door zaken te zeggen als: “Dat lijkt me ook verdrietig”, of, “Ik begrijp  goed dat je daar in de war van bent”, blijken ondersteunend en helpend. Je kan kinderen ook vragen of je iets voor ze kunt doen of je kunt met ze meedenken over waar ze niet zelf iets aan kunnen veranderen maar misschien wel iets over kunnen zeggen tegen de volwassenen om hen heen.

Dit vormt veelal een lastig dilemma voor degene tegen wie het kind dit zegt. Uitspraken als: “Mijn vader of moeder luistert toch nooit naar mij” of “hij/zij is altijd boos”, zijn veel geuite klachten van kinderen. Het is niet makkelijk om daar op een manier op te reageren die de andere ouder niet zwart maakt en het gevoel van het kind niet ontkent.
Door goed naar het kind te luisteren en tegen het kind te zeggen dat je het vervelend vindt dat het kind zich zo voelt, voelt een kind zich begrepen en gehoord. Dat is iets anders dan te reageren door te zeggen dat je je heel goed kan voorstellen dat het kind dit zegt omdat je zelf ook vindt dat er met diegene niet te praten valt. Want dan val je ouder af en dat is voor kinderen eigenlijk nooit fijn, ook al kunnen ze je er voor je gevoel toe uitnodigen.
Nadat je een kind in zijn/haar gevoel erkend hebt kun je proberen mee te denken in hoe een kind zich het beste tot zijn/ haar gevoel en de situatie kan verhouden. Bedenk daarbij ook dat niet alles altijd oplosbaar is. Kinderen verwachten veelal ook niet dat je alles voor ze kunt oplossen. Sommige dingen zijn vervelend en blijven dat misschien voorlopig ook nog wel even. Het feit dat er over gesproken kon worden, betekent dan al veel.

De meeste mensen die zich betrokken voelen bij ouders die in een conflictscheiding zijn beland, kennen dit goed. Je wordt gebeld door een van de ouders die erg boos of gekwetst is en je krijgt veel verwijten over de andere ouder te horen. Ondertussen weet je niet goed hoe te reageren omdat je de ouder die jou belt niet wil afvallen, maar ook de andere ouder niet, zeker met het oog op de kinderen. De makkelijke weg is door de ouder overal gelijk in te geven en een duit in het ‘verwijten zakje’ te doen door de negatieve verhalen over de andere ouder te onderstrepen met eigen verhalen. “Heeft hij/zij dat gezegd? Echt waar?? Dat is toch niet normaal… altijd al geweten dat hij/zij…enz”. Dat is voor dat moment voor de boze ouder misschien erg prettig om te horen, maar het is meestal olie op het vuur van de strijd. Beter werkt het om te proberen door de boosheid heen te luisteren naar de pijn, het verdriet of het gekwetste gevoel dat veelal achter de boosheid schuilgaat.  Opmerkingen als: “Ik hoor dat dit je ontzettend heeft gekwetst”, of “Je bent hier volgens mij echt heel boos over” werken vaak de-escalerend. Dan voelt iemand zich begrepen zonder dat je de andere ouder demoniseert. Als iemand zich begrepen voelt wordt iemand over het algemeen rustiger of komt het verdriet achter de boosheid naar boven. Dan kan je iemand vaak goed troosten en meedenken over hoe hier nu het beste wel of juist niet op te reageren op een manier die het voor de kinderen niet nog moeilijker maakt.

Kinderen, vooral pubers zijn vaak erg goed in het stellen van vragen waar je het antwoord niet op weet of waar je het antwoord wel op weet maar het je niet verstandig lijkt om dat antwoord te geven. Vragen als: “Tante, is papa/mama echt vreemd gegaan?” Of: “Oom, mijn vader zegt dat mijn moeder een borderliner is, denkt u dat ook?”, of: “Mijn moeder zegt dat mijn vader autistisch is, wat is dat?” Allemaal lastige vragen waar kinderen zo maar ineens mee kunnen komen en waarmee je je voor het blok gezet kan voelen. Voor veel ouders en netwerk is het helpend gebleken je te realiseren dat je niet altijd direct het antwoord op een vraag hoeft te geven. Je kunt zeggen: “Tjonge, houdt dat je bezig? Goed dat je dat dan vraagt. Ik moet er even over nadenken, ik weet het antwoord niet meteen, ik kom er nog even bij je op terug”. Op die manier geef je jezelf even de tijd om over een antwoord na te kunnen denken en er eventueel even met iemand anders over na te denken. Belangrijk is dat je er wel op terug komt bij het kind.

Nieuwe partners kunnen vaak veel betekenen in het doorbreken van strijdpatronen. Het is vaak een lastige positie omdat je enerzijds de pijn van je partner ziet maar ook vaak eigen pijn voelt omdat je zo je best doet om het goede te doen zonder dat je daar de erkenning van de kinderen of de andere ouder voor krijgt. Dat vraagt veel van nieuwe partners, omdat je steeds maar weer na moet denken over hoe je je partner kan steunen, en kan reageren op een manier die het voor de kinderen niet lastiger maakt. Op deze manier blijken nieuwe partners vaak op sleutelposities te zitten die strijd en escalatie kunnen doorbreken. In het werkboek van kinderen uit de knel is een aparte paragraaf aan deze belangrijke maar vaak ook ingewikkelde positie gewijd.

Verhalen van kinderen over de rol van het netwerk

Kinderen uit de Knel, de Opvoedpoli en Villa Pinedo hebben een brochure gemaakt voor het sociale netwerk. Het doel van deze brochure is antwoord te geven op de vraag; “Wat wordt er van ons verwacht?”. Dit wordt uitgelegd door middel van verhalen van kinderen en gezinnen verwikkeld in een moeilijke scheiding.

Bekijk de brochure